Spreken doen we op de uitademing. Daarom heeft de logopedist in het bijzonder veel kennis van ademhaling omdat dit de basis is voor een goede stemgeving. Ook is er een relatie tussen het ademen en slikken. Als ademen en slikken niet goed gecoördineerd worden dan kunnen zuigelingen bijvoorbeeld problemen krijgen met de flesvoeding. Ook komt het voor dat er lucht wordt ingeslikt dat leidt tot buikpijn, overmatig boeren en winden laten. Dit komt voor bij jong en oud. Daarnaast is er een directe relatie tussen ademen en ontspanning. Zij beïnvloeden elkaar wederzijds. Een correcte ademhaling leidt tot ontspanning en meer kracht, energie en een hogere belastbaarheid tijdens spreken maar ook bij andere activiteiten.
Hieronder een beschrijving van de meest voorkomende ademhalingsstoornissen.
Foutieve spreekademhaling
Adem en stem zijn zeer nauw met elkaar verbonden. Om tot een goede stemgeving te komen is een juiste wijze van ademen noodzakelijk en gekoppeld aan de stemgeving. Een gespannen en of afwijkende manier van ademen resulteert vaak in stemklachten. Een voorbeeld van een slechte adem stemkoppeling is wanneer er te lang wordt gesproken op één adem. Hierdoor kunnen mensen het gevoel hebben ‘buiten adem’ te zijn. Aan het eind van hun adem wordt de stem gespannen en mogelijk monotoon. Om voldoende lucht binnen te krijgen tijdens het spreken volgt dan vaak een gespannen en hoorbare inademing. De logopedist leert u op juiste wijze de ademhaling en stem te coördineren. Vooral als beroepsspreker is het belangrijk een correcte spreekademhaling te hanteren. Zie Stem voor meer informatie over stemstoornissen.
Hyperventilatie
Hyperventilatie wordt veroorzaakt door een verkeerde ademhaling. Er is sprake van een afwijkend adempatroon waardoor de gehele ademhaling wordt ontregeld. Vaak wordt er relatief teveel en te hoog ingeademd en is de adempauze verdwenen. Hierdoor kunnen klachten ontstaan zoals duizeligheid, tintelingen of verdoofd gevoel in met name handen en voeten, ademnood, hartkloppingen, vermoeidheid, concentratieproblemen en stemmingswisselingen. Hyperventilatie kan tevens leiden tot gevoelens van angst en vermijden van plaatsen of situaties. De oorzaken van hyperventilatie zijn uiteenlopend van aard, bijvoorbeeld gewoontevorming of stress. Het verstoorde ademhalingspatroon is veelal het gevolg van langdurige spanning die geen andere uitlaatklep vond. Doordat gedurende lange tijd bijvoorbeeld te intensief ingeademd wordt, past het ademhalingscentrum zich daaraan aan en ontstaat een ‘gewoonte’. Het lichaam is gewend geraakt aan een nieuwe, ongezonde balans in het ademhalingscentrum. Door stress ga je te intensief ademhalen, hierdoor ontstaat een koolzuurtekort wat de spanning in het zenuwstelsel verhoogt en hierdoor ga je nog intensiever ademhalen. Op deze manier ontstaat een vicieuze cirkel. Hyperventilatie kan optreden als een plotselinge aanval (acute vorm) en als een vrijwel constante manier van ademen (chronische vorm). De chronische vorm geeft veelal vage en vermoeidheidsklachten en komt regelmatig voor zonder dat de klacht herkent wordt als hyperventilatie. Hyperventilatie is goed te behandelen.
Lees hier de ervaring van een cliënt met de behandeling.
COPD
COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease) is de verzamelnaam voor een aantal chronische aandoeningen van de luchtwegen, zoals bronchitis en longemfyseem. Bij COPD raken vooral de kleine vertakkingen van de luchtwegen blijvend beschadigd door een voortdurende ontsteking ervan. De logopedische behandeling van COPD-patiënten zal er vooral op gericht zijn op het omgaan met de eigen optimale longinhoud. De patiënt leert de ademverdeling hierop aan te passen in diverse situaties. De logopedist leert de COPD-patiënt een ontspannen gebruik van adem-/ stemkoppeling. Inzicht in het eigen adempatroon leert de patiënt wat hij moet doen bij dreigende of plotselinge benauwdheid. Hierdoor zal de aanval niet onnodig verlengd worden en zal er geen paniek ontstaan.
Astma vertoont overeenkomsten met COPD. Echter wanneer astmapatiënten klachtenvrij zijn, hebben ze een normale longfunctie en ervaren ze geen beperkingen. Deze aandoening veroorzaakt moeilijkheden bij het ademhalen: de luchtwegen of de vertakkingen van de luchtwegen kunnen vernauwd raken, waardoor vooral de uitademing belemmerd is. In veel gevallen gaat astma gepaard met een allergie (bijvoorbeeld huisstofmijt). Naast plotselinge benauwheidsaanvallen, kunnen hoesten en / of het opgeven van slijm ook voorkomen bij astma. Speciaal voor kinderen hebben wij een programma voor het versterken van de houding- en ademhalingsspieren bij astma (Petra van der Werf).