Behandeling
Een patiënt die door de tandarts of orthodontist naar de logopedist is verwezen, krijgt eerst een intake om te achterhalen wat de mogelijke oorzaken van het afwijkend mondgedrag zijn. Er worden vragen gesteld die betrekking hebben op de ontwikkeling van het mondgedrag, het eten en navraag naar eventuele keel-, neus- en oorproblemen. Hierbij wordt het functioneren van de mondspieren, de tongpositie in rust en het slikken, onderzocht.Na de intake kan met de myofunctionele therapie worden begonnen. Deze bestaat meestal uit vijf stappen:Het afleren van afwijkend mondgedrag zoals duim- en vingerzuigen, speenzuigen en mondademen. Als dit niet in eerste instantie wordt afgeleerd, heeft verdere therapie geen zin!
Bij deze therapie is het van belang dat er frequent geoefend wordt thuis, onder toeziend oog van de ouder. Voor het welslagen van de therapie is het dus van belang dat het hele gezin achter de therapie staat.
Bij de OMFT-behandeling kan gebruik gemaakt van een zachte mondtrainer die kinderen, afhankelijk van leeftijd, ’s nachts moeten dragen en die hen bewust maakt van een goede lipsluiting, neusademhaling, tongpositie en juist slikgedrag. Voor elke leeftijdsfase is er een geschikte trainer verkrijgbaar.