LOGOPEDIE EN TANDHEELKUNDE

De samenwerking met de tandarts of orthodontist is meestal gericht op cliënten die een afwijkende kaak-gebitsontwikkeling laten zien. Met name de groei van de bovenkaak kan negatief beïnvloed worden door de druk uitgeoefend door omliggende weefsels zoals de lippen en de tong.  Maar ook afwijkend mondgedrag zoals bijvoorbeeld duim- of vingerzuigen, verkeerd slikken of open mondgedrag leiden veelal tot een afwijkende kaak- of gebitsontwikkeling. Daarom zal de tandarts of orthodontist een logopedist inschakelen. De logopedist heeft verstand van de spieren in het mondgebied, waarmee we ook praten. Zij kan de spieren in het mondgebied versterken en adviezen en oefeningen geven om afwijkend mondgedrag af te wennen. Als het spierevenwicht in en rondom de mond hersteld is kunnen gebit en kaak goed uitgroeien. Hoe eerder er wordt ingegrepen, hoe preventiever de behandeling is. Veelal kan een afwijkende kaak-gebitsontwikkeling voorkomen of als deze reeds bestaat teruggedrongen worden.

Oro-myofunctionele therapie

Bij oudere kinderen is de oro-myofunctionele therapie zinvol om ervoor te zorgen dat het gebit na een orthodontische behandeling niet terugvalt in zijn oude vorm doordat er nog steeds sprake is van afwijkend mondgedrag en/ of een verkeerd spierevenwicht. Tijdens de therapie worden afwijkende gewoonten afgeleerd, zoals verkeerd slikken of open mondgedrag. Een uitgebreide beschrijving van deze therapie leest u hier: oro myofunctionele therapie. Hoe wij samenwerken met de orthodontist leest u hier: samenwerking tussen orthodontist en logopedist.

Kaakgewrichtsklachten (Temporo Mandibular Dysfunction)

Maar op andere terreinen kan de logopedist de cliënt van de tandarts ook van dienst zijn. Bijvoorbeeld in het geval van kaakgewrichtsklachten oftewel TMD als deze is ontstaan door een afwijkende tongpositie en een verkeerd slikpatroon. Bij cliënten met deze klachten ligt de tong meestal tegen of tussen de tanden, veelal wordt  's nachts de tong tegen of tussen de voortanden geperst. Vaak duwt de cliënt de onderkaak te ver naar voren. Ook zijn er cliënten die een zijwaartse slinger maken bij de mondopening. Dit langdurig afwijkend mondgedrag leidt tot overrekking van de kauwspieren en het kaakgewricht. Dit geeft pijn in de spieren, hoofdpijn, nekpijn en compensatie van de andere kauwspieren. De klachten worden chronisch en kunnen leiden tot problemen tijdens het eten zoals een beperkte mondopening, moeite/ pijn bij afbijten en kauwen, een knappend kaakgewricht.  In onze praktijk zijn meerdere logopedisten werkzaam met expertise betreffende kaakgewrichtsklachten. Afhankelijk van uw specifieke klacht komt u bij een van hen terecht. Wij werken met verschillende methodes zoals de OMFT, de Orofaciale Regulatietherapie en Meer dan Orale Facilitatie (zie de specialismen). Indien nodig vindt samenwerking plaats met de tandarts, orthodontist, kaakchirurg of fysiotherapeut.

Tandenknarsen en kaakklemmen (bruxisme)

Tandenknarsen is het krachtig over elkaar schuiven van tanden en kiezen. Kaakklemmen is het krachtig op elkaar klemmen van tanden en kiezen. De tandheelkundige term voor beide vormen is bruxisme. Tandenknarsen gebeurt met name ’s nachts, terwijl het kaakklemmen zowel ’s nachts als overdag kan gebeuren. Tandenknarsen komt vaak voor, zowel bij jonge kinderen als volwassenen. Bij kinderen kan het spontaan verdwijnen. Meestal is tandenknarsen of kaakklemmen onschuldig, maar het kan problemen opleveren, zoals gebitsslijtage, breuk van vullingen en vergroting van de kauwspieren. Bewust worden van het klemmen of knarsen is de eerste stap. U kunt daarbij extra hulp krijgen. Uw tandarts kan een aantal adviezen en eventueel een opbeetplaat maken. De opbeetplaat beschermt tegen gebitsslijtage en zorgt er soms ook voor dat de spieractiviteit afneemt en de kauwspieren meer tot ontspanning komen.  De logopedist zal met bovengenoemde methoden het normale spierevenwicht herstellen. U krijgt oefeningen om de kauwspieren te ontspannen of om deze zelfs tijdelijk uit te schakelen zodat u 's nachts niet meer knarst. 

Osteotomie

Verder kan logopedie van zeer grote betekenis zijn voor patiënten die een osteotomie (een operatieve kaakcorrectie) moeten ondergaan. De chirurgisch gecorrigeerde open beet kan weer opnieuw ontstaan als het afwijkend mondgedrag (bijvoorbeeld tongpersen en open mondgedrag) nog bestaat. Het meest effectief is om alvorens de operatie en orthodontische behandeling de cliënt al aanwijzingen te geven die het afwijkend mondgedrag reduceren. Ook tijdens de orthodontische behandeling, veelal een voortraject voor de operatie, kan de logopedist een correcte tongpositie, slik en de lip- en indien nodig de kauwspieren versterken. Een goed spierevenwicht in en rondom de mond kan het eindresultaat optimaliseren en terugval voorkomen.  Hypersensibiliteit in de mond; een verhoogde kokhalsreflex Nog minder bekend zijn de cliënten met een overgevoeligheid in het mondgebied, waardoor zij moeite hebben met het ondergaan van een tandartsbehandeling. Zij kunnen de aanrakingen in de mond niet verdragen en gaan bijvoorbeeld kokhalzen. Extreme gevallen van overgevoeligheid kunnen de tandartsbehandeling zodanig in de weg staan, dat het onderhoud van het gebit onmogelijk wordt. Doordat de tandarts de nodige reparaties niet kan uitvoeren, de cliënt zelf vaak ook moeite heeft met poetsen, komt het gebit steeds verder in verval. De logopedist leert u oefeningen waardoor de overgevoeligheid verdwijnt.